Nieuws

16-12

Een jaar of wat geleden was een aantal vaste leden van het hier aanwezige publiek bij elkaar om te vieren dat een van hen de week erop zou trouwen: om de schijn op te houden dat we heus niet alleen op stap gingen om in Maastricht een oudtestamentisch bacchanaal aan te richten, besloten we bij wijze van ‘activiteit’ een escaperoom te bezoeken. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we de opdracht niet tot een succesvol einde brachten - onze ontsnappingsvaardigheden waren wellicht al wat verminderd door de reis naar Maastricht, een reis van zeker acht jankokjes. Ik herinner me de oplossing van de kamer nog wel: we moesten op basis van aanwijzingen in de kamer kunnen voorspellen welk paard een bepaalde paardenrace zou winnen. Nou ja, meedoen was uiteindelijk belangrijker voor ons. 

Ik moest aan die escaperoom denken toen ik zondagochtend naar de stand keek: deze poule is zeker geen two horse race en eigenlijk lijken slechts drie van de tien ploegen nu al kansloos voor de titel - maar goed, twee jaar geleden scheen Unitas ook hopeloos te zijn, en bleken we gaandeweg het seizoen een dark horse. Dit seizoen lijken er zeven ploegen zeer kansrijk voor de titel en promotie, en in deze fase van de wedstrijd ziet de stand eruit als een ouderwetse paardenrace: een flink aantal kandidaten die volle bak werken, en pas aan de finish zal blijken wie het beste eindschot heeft.

Of we lang mee zullen doen om de prijzen, is van meerdere factoren belangrijk. In balsporten is het belangrijk dat er een balans is tussen kracht, souplesse, techniek, intelligentie en uithoudingsvermogen. Nu lijkt het dat we op het gebied van intelligentie bij voorbaat wat tekortkomen ten opzichte van de tegenstanders van vanavond: de regio Eindhoven heeft immers het hoogste gemiddelde IQ van heel West-Europa. Logisch ook, met een prima TU en alle hoogwaardige technische industrie in de buurt. Maar goed kunnen leren is natuurlijk wat anders dan korfbalintelligentie: dat is het fijne van sport - het maakt niet uit of je theoretisch of praktisch opgeleid bent: de korf is voor iedereen even breed en de wedstrijd is voor iedereen even lang. En wat de andere factoren betreft: we zien elke week welke energie onze jongens en meiden kunnen geven. Wat conditie en core stability betreft werpt het programma van de technische staf elke week de vruchten af. Als we dus gewoon elke wedstrijd mee blijven scoren, is er een grote kans dat we in het voorjaar een mooie eindsprint te zien krijgen. En we weten tot welke prestaties onze volbloedpaarden in staat zijn. Die hebben geen paardenmiddel nodig om hun beste beentje voor te zetten en hebben een neus voor een prachtig eindschot. 

(en laten we hopen dat ze meer ausdauer hebben dan een paar van de drinkebroers die de legendarische Brandslang in Maastricht al afrondden voor die goed en wel op gang was gekomen).