Nieuws

02-03

Afgelopen periode las havo-4 een middeleeuwse ridderroman in de les. Veel leerlingen vinden lezen aanvankelijk lastig, want het kost zoveel tijd én er zijn zoveel leukere dingen te doen! Voor ridderromans maken de jongens en meiden nog wel een uitzondering, vooral omdat de klassieke werken (Karel en Elegast, Walewein, Lanceloet, Moriaen) natuurlijk gewoon dun zijn. Als je de jongens en meiden echter vraagt wie er vroeger op de basisschool riddertje speelde, blijkt meer dan de helft van de leerlingen bij nader inzien meer met de inhoud van de verhalen te hebben dan iedereen aanvankelijk verwachtte.

Ridderromans zijn ook zo heerlijk simpel, en tegelijkertijd erg complex. De verhalen lijken altijd op elkaar: er wordt gevochten, er moet een zoektocht, een queeste worden volbracht, er moet een jonkvrouw worden gered en vooral: de riddereer moet te vuur en te zwaard verdedigd worden. Een ridderroman was immers niet alleen een spannend verhaal, de lezer (of eigenlijk: de luisteraar) ervoer het verhaal als een spiegelroman: door te lezen, leerde je hoe je je als een ridder moest gedragen. Vecht met gelijke wapens, val niet in de rug aan, zet de dame op een voetstuk en vooral: wees een voorbeeld voor anderen, geef nooit op!

Sommigen zeggen dat Unitas dit jaar eerloos ten onder gaat. In de meest letterlijke zin: er viel geen eer te behalen dit jaar en we stonden in ons hemd; nul uit twaalf is natuurlijk een veeg teken. Maar wat nou als we dit seizoen eens lezen als een ridderroman? Wat leren wij, de lezers (of beter: de kijkers!) over de vraag hoe het is een Unitasser te zijn?

Natuurlijk, het is dan makkelijk om te kijken naar wat er niet goed ging. Uw columnist is op het zwartst van deze geschiedenis ook voortijdig uit de Sypel vertrokken, het hoongelach en de spot van de harde kern ten spijt. We kunnen echter ook kijken naar de mooie momenten: elke club werd ergens wel pijn gedaan en ook bij een dreigende afstraffing bleven we knokken: een ridder en een Unitasser geeft nooit op!

En ja, de degradatie is onafwendbaar. Maar gaat het ooit anders in een ridderroman? Altijd ergens halverwege staat de protagonist voor de grootste draak, het heetste vuur, de vuigste vijand. En altijd loopt het goed af: een ridder blijft immers een held. Zullen we dan maar gemakshalve afspreken dat we na dit zaalseizoen halverwege het verhaal zijn? We liggen gebutst en gebeukt op de grond en we zien sterretjes. Maar dan, juist dan staat een ridder op: hij recht de rug en slaat op onnavolgbare wijze terug. Laten we de rest van het verhaal volgend zaalseizoen maar lezen: dat wordt een ouderwets einde van het verhaal, met vechten, winnen en als beloning: roem en eer. Ik geloof dat ik warempel al zin krijg in november 2019. Eerlijk waar!