Nieuws

25-01

Bij ons op school was het de afgelopen week tentamenweek: geen lessen voor de bovenbouw, zodat de leerlingen alle tijd hadden om zich te focussen op de twee of drie tentamens deze week. Voor mij betekende het de hele week mondelingen met atheneum-6: praten over boeken, gedichten en verhalen, en vooral over wat die teksten met de leerlingen gedaan hadden - en andersom. Hoewel ik de weken ervoor geprobeerd heb ze gerust te stellen, kwamen sommigen toch nerveus en geïntimideerd binnen. De ‘angst’ voor het mondeling viel echter in het niet bij de paniek die sommigen maandag ervoeren bij de tentamens wiskunde.

Ik snap dat wel. Ik ben zelf een talenman (‘alphamannetje’ noemen ze dat tegenwoordig, geloof ik), en ik herinner me het totale onbegrip bij iets als kansberekening - zeker als je te horen kreeg dat kansen soms on(be)grijpbaar waren. Neem bijvoorbeeld het beroemde driedeurenprobleem. Stel, je doet mee aan een quiz, en je staat in de finale waar je uit drie deuren moet kiezen. Achter twee deuren zit niets, achter één deur zit de hoofdprijs. Een kwestie van blind kiezen, dus. Je kiest voor deur C (bij twijfel altijd C), maar dan zegt de quizmaster het volgende: ‘Voordat we kijken of je gelijk hebt, zeg ik je alvast dat achter deur A geen prijs zit. Wil je nog wisselen van deur?’ Het zal je frapperen dat wisselen van deur je een aanzienlijk grotere kans op de prijs geeft, ook al zegt jouw logica én je gevoel dat dat onzin is. Kansen zijn rare concepten, blijkbaar.

Nu hebben we op de club deze week ook meer dan voldoende gesproken over kansen. De kans dat we vanavond gaan winnen is aanmerkelijk groter dan tegen DVO, bijvoorbeeld. En andersom: als we niet winnen, slinkt de kans dat we HKC gaan achterhalen aanzienlijk. Maar naast de factor ‘kans’ moeten we ook andere ongrijpbare zaken niet onderschatten: ‘mojo’, vorm, geluk… We moesten ons lot dus maar niet laten afhangen van kansen: daar kun je immers amper op bouwen. 

Vrijwel alle gesprekken die ik de afgelopen week had verliepen overigens erg prettig: het was fijn om aan de gang te gaan met jonge gasten, in de kracht van hun leven, met iets waar ze prima op waren voorbereid. De meesten liepen na afloop met een grote glimlach rond: het was meer dan voldoende wat ze hadden gepresteerd. Laten we voor Unitas en onszelf vanavond op hetzelfde hopen… nee, rekenen!