Nieuws

30-11

In 1981 speelde het Nederlands elftal een oefeninterland tegen Zwitserland, ter voorbereiding op de kwalificaties voor het wk van ‘82 en het ek van ‘84. Kees Rijvers, de toenmalige bondscoach, was flink aan het verjongen. Op zich vreemd, want het Nederlands elftal was eind jaren ‘70 van wereldniveau: twee verloren wk-finales waren een prachtige beloning voor een gouden generatie, maar de kers op de taart, een titel, ontbrak helaas nog. Er waren grote verwachtingen voor de komende toernooien, maar veel oudgedienden waren na ‘78 gestopt met interlandvoetbal; een mooie parallel met Oranje na Van Gaal, overigens.


Rijvers gaf de jeugd de kans: in de oefeninterland tegen de Zwitsers debuteerden Kieft en Rijkaard, en Gullit maakte zijn eerste minuten in Oranje na rust; hij verving laatstgenoemde. De mannen kwamen erin met een hoop bravoure en energie, maar uiteindelijk viel het resultaat tegen: de wedstrijd werd met 2-1 verloren en ook in de kwalificatie ging het fout. De eerste reactie van de bondscoach: teruggrijpen naar de ervaren krachten, de gevestigde namen. Neeskens en Geels kregen weer veel speelminuten en ook de relatief oude Kees van Kooten en Arnold Mühren moesten de boel op gang trekken. Tevergeefs: in Frankrijk verloor Oranje met 2-0, en de krantenkop luidde: ‘De leeuw kon niet brullen’. We misten uiteindelijk de eindtoernooien van ‘82, ‘84 én ‘86.

 

Kunnen we dan spreken van een verloren generatie? Welnee! De debutanten van ‘81 rijpten in de jaren ‘80 en waren de basiskrachten van het beroemde succesteam van ‘88. Je kunt van debutanten niet verwachten dat ze in hun prille jaren al beslissend zijn. Diamanten moeten groeien! Zet ze naast wat meer ervaren spelers en ze kijken af, ze leren, ze ontwikkelen!

 

Ziehier de parallel met Unitas: langzaamaan verdwijnt de ereklassegeneratie. In de selectie zien we nog een tweetal spelers van het succesteam van weleer, maar de volgende generatie staat te springen. Ik zag twee weken geleden in de Sypel een onrealistisch jong eerste elftal, maar wat bracht dat een energie, wat dróóp het van gretigheid en talent! En ja, de wedstrijd ging verloren. En ook in Amsterdam bleven de punten achter… nou en! Dit Unitas is als het Nederlands elftal van ‘81: jong, onervaren, maar voorbestemd om grote dingen te laten zien. Een overgangsjaar is lastig, maar we moeten nog eventjes geduld hebben: het verleden biedt immers hoop voor de toekomst!