Nieuws

08-02

Er is een kleine paniek uitgebroken in onderwijsland: in het kader van de zoveelste onderwijsvernieuwing heeft een groep mensen met beslissingsbevoegdheid besloten dat het goed is om in de wiskunde weinig meer uit te leggen over breuken. Wellicht klinkt u dat als muziek in de oren: wie weet was u ook wel zo’n dromerige leerling die de kriebels kreeg van noemers, tellers, grootste gemene delers en kleinste gemene veelvoud (‘Delen door een breuk, is vermenigvuldigen met het omgekeerde!’). De achterliggende idee is dat de breukentheorie an sich niet zo heel belangrijk is, als een leerling maar een kans kan schatten; het rekenen met afzonderlijke breuken zou dan van ondergeschikt belang zijn.

Mij lijkt het een onzalig plan: hoe kun je iets zeggen over kansen als je geen verstand hebt van verhoudingen? Aan de andere kant: de kans dat we na de nederlaag van vorige week degraderen is wel groter geworden, maar hoeveel groter? Een precies getal kun je daar niet echt aan hangen. En ja, als je nog acht wedstrijden hebt, is de kans dat je er vier wint groter dan wanneer je nog maar vier wedstrijden hebt. Maar toch, ook een kleine kans is een kans!

Een van de kleinste kansen die er in het dagelijks leven bestaan is de kans dat je de Staatsloterij wint. Statistici beweren dat de kans dat ik het komende halfuur door de bliksem getroffen word groter is dan de kans dat ik bij de trekking van morgen de 27,5 miljoen win. En toch speel ik mee; niet omdat ik denk dat ik daadwerkelijk miljonair word, maar omdat ik door mee te spelen kan en mag blijven dromen van verre reizen, palmstranden en een pakhuis vol dubbeltjes. Níét meedoen reduceert de kans tot nul, meedoen vergroot de kans tot 0,00000016 procent. En dat is wiskundig gezien oneindig keer zoveel!

En precies dát zou bij de jongens en meiden van ons eerste door het hoofd moeten spoken. Níét je best blijven doen reduceert de kans dat we in de hoofdklasse blijven tot 0. Blijven vechten, blijven knokken, blijven strijden zorgt wellicht voor een kleine kans, maar een kleine kans is nou eenmaal zoveel meer dan geen kans! We hebben nog drie thuiswedstrijden en een uitwedstrijd en we hebben acht punten nodig. De geschiedenis leert dat we thuis een relatief grote kans hebben om te winnen, ongeacht de tegenstander, dus wie weet? En stel dát we erin blijken te blijven… dan lacht iedereen zich toch een breuk!?